Solidair zijn is makkelijk als iemand anders de rekening betaalt

"Wie jong is en niet links heeft geen hart, wie oud is en niet rechts heeft geen verstand". Een boutade of een waarheid als een koe? In deze crisistijden lijkt het vooral dat solidariteit vooral het mom is waaronder men noodzakelijke hervormingen afwijst. En het principe dat toelaat om hele en halve waarheden te verspreiden over zaken als de spreiding van de belastingdruk en het aandeel van inkomen en vermogen in de totale belastingontvangsten. Tijd om de zaken in het juiste perspectief te plaatsen. Al zullen sommigen dat wel weer interpreteren als een provocatie.

Een niet nader te noemen jonge vakbondsman riep deze week op tot meer solidariteit. Met name tot meer solidariteit van de bedrijven en het kapitaal (wie of wat dat dan ook mag zijn). Hij vond het stuitend dat werknemers "de helft van hun loon betalen aan belastingen terwijl kapitaal(inkomsten) nauwelijks belast worden en vooral dienen om hier en daar een bankje te redden". Dat een aantal van die bankjes niet exclusief door hebzuchtige en gewetenloze bankiers werden bestuurd, is iets wat een mens al eens kan ontgaan…

Het grote sofisme is natuurlijk het doen voorstellen alsof werknemers belastingen betalen. Volgens het woordenboek aller woordenboeken, de van Dale, wil betalen echter zeggen "het verschuldigde (geld) overhandigen, doen toekomen". Met andere woorden, in ons Belgische systeem van SRZ-afhoudingen en bedrijfsvoorheffing, is het de werkgever die de belastingen van zijn werknemer betaalt. Vertrekkende van het brutoloon van de werknemer houdt hij immers heel wat zaken af, om ten slotte een nettoloon uit te betalen. En en passant betaalt de werkgever ook nog eens een goede 35% patronale bijdragen op het brutoloon van de werknemer.

Maar gelukkig is er onze jonge vakbondsman die zijn verantwoordelijkheid wil opnemen en zijn belastingen zelf wil betalen. Hoe zou zoiets dan in zijn werk gaan?

Vandaag staat de werkgever in voor de volledige "betaling" van de solidariteit die onze jonge vakbondsman zo roemt. Laat ons zeggen dat onze idealist 3.150 euro bruto per maand verdient. Dan betaalt de werkgever alles samen liefst 4.252,50 euro per maand om solidair te zijn.

4.252,50 totale loonkost voor de werkgever

3.150 euro bruto voor de werknemer

  • - 411,70 euro RSZ (13,07%)

 

  • -857 euro bedrijfsvoorheffing

 

  • -29,15 euro bijzondere bijdrage sociale zekerheid

 

1.852,15 euro netto

Op vraag van onze jonge vakbondsman draaien we de zaken voortaan om: vanaf nu wordt elke werknemer verantwoordelijk voor het betalen van de solidariteit. In ons voorbeeld ontvangt de idealist dus 4.252,50 euro van zijn werkgever. Hiermee kan hij dan aan de slag: patronale en werknemersbijdragen betalen aan de RSZ (en tijdig!), bedrijfsvoorheffing betalen aan de fiscus (ook tijdig!).

Om solidair te zijn zou onze jonge vakbondsman dus 2.400 euro per maand moeten betalen. Hij zou de stapel geld letterlijk voor meer dan de helft zien wegsmelten als sneeuw voor de zon… Benieuwd hoe lang hij nog de solidariteit zal prediken, zeker als hij ziet wat hij er van de overheid voor terugkrijgt.

Dit is natuurlijk geen pleidooi tegen solidariteit. Integendeel. Het is wel een pleidooi voor een correct debat over de houdbaarheid en de betaalbaarheid van onze welvaartsstaat. Het is immers heel gemakkelijk om te pleiten voor meer solidariteit als iemand anders de rekening voor die solidariteit betaalt.

Ondernemers creëren – samen met hun medewerkers! – dag in dag uit toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde die vervolgens door de overheid op tal van manieren wordt belast. In naam van de solidariteit.

De ervaring leert dat de omslag van links naar rechts niet zozeer komt met de leeftijd, maar wel met het moment dat iemand begint door te hebben hoeveel belastingen een doorsnee mens betaalt en wie die betaalt… De fase van mentale ontreddering ten slotte komt wanneer duidelijk wordt welke waarde we voor ons belastinggeld krijgen...

_______________