Nieuwe belasting bedrijfswagens? Iedereen verliest

Het heeft er alle schijn van dat de nieuwe belasting op firmawagens die de regering eind 2011 heeft ingevoerd, niet de verhoopte 200 miljoen euro (8 miljard Belgische frank!) zal opbrengen. Je hoefde geen glazen bol te hebben om te voorspellen dat net zoals de meeste andere belastingen, ook de nieuwe regels inzake het voordeel van alle aard op een firmawagen, een gedragsverandering te weeg zouden brengen. De evolutie naar kleinere en (op papier) zuinigere firmawagens, die al was ingezet met de invoering van de aftrekbeperking, zet zich nu versneld door. Met als resultaat een waarschijnlijk lagere opbrengst voor de schatkist. Uit recente verklaringen blijkt echter dat de regering dit helemaal geen slechte zaak vindt. De teneur is dat de lagere opbrengsten “de prijs zijn die men graag betaalt om het milieu te redden”. Was de nieuwe belasting dan inderdaad een jaloezietaks op één van de meest in het oog springende voordelen van vooral zelfstandige bedrijfsleiders? Dat is voor ons een vraag en voor de regering een weet. Feit is wel dat, zoals dat zo vaak het geval is, een hoge prijs wordt betaald voor deze jaloezie.

Vooreerst  heeft de snelheid waarmee de nieuwe regeling eind 2011 ingevoerd werd, het vertrouwen in een stabiele fiscale wetgeving grondig geschokt. Net zoals een aantal andere maatregelen waaronder de taks op de omzetting van aandelen aan toonder. Het was perfect mogelijk geweest om een gedragsverandering uit te lokken zonder dat men daarvoor de bezitters van een firmawagen koud moest pakken. Zo zou een overgangsregeling waarbij bestaande leasingcontracten van de nieuwe regeling gevrijwaard waren gebleven, het vertrouwensbeginsel wel eer hebben aangedaan. Zo’n overgangsregeling zou de effectiviteit van de maatregel niet al te veel gehypothekeerd hebben, aangezien de meeste leasingcontracten een korte looptijd autobelasting_homehebben van slechts enkele jaren. Net zoals men voor wagens in eigendom had kunnen voorzien dat firmawagens waarvan de afschrijvingstermijn nog loopt, ook niet onder de nieuwe regeling zouden vallen.

Daarnaast is de nieuwe regeling heel onrechtvaardig voor wie zijn firmawagens echt overwegend voor beroepsverplaatsingen gebruikt. Denk maar aan vertegenwoordigers of werfleiders, om maar twee beroepen te noemen. Het is opmerkelijk dat de regering inzake de aftrekbaarheid van de BTW wel kiest voor een regeling op basis van de verhouding tussen het privégebruik en het beroepsgebruik en voor de berekening van het voordeel van alle aard niet. Als de bescherming van het milieu inderdaad de eerste bekommernis was van de regering, had men ook voor het voordeel van alle aard kunnen kiezen voor een regeling waarbij ofwel voor een (verhoogd) forfait aan privékilometers kon worden gekozen ofwel voor het werkelijke aantal privékilometers op basis van een kilometerregistratie. Vooral omdat in de nieuwe regeling de professionele veelrijders die om redenen van comfort en veiligheid voor een wat grotere wagen kiezen, financieel zwaar worden aangepakt.

Bovendien is de nieuwe regeling niet van die aard dat ze de administratieve vereenvoudiging waar iedereen zo naar snakt, ook echt heeft ingezet. Integendeel. Ook doordat de regeling en cours de route (sic) nog eens werd gewijzigd, hebben de medewerkers van de sociale secretariaten en de economische beroepen nu al een punthoofd gekregen van de berekening van het voordeel van alle aard. Nogmaals, als het de regering er vooral om te doen was om een mentaliteitswijziging te bewerkstelligen, waren er veel eenvoudigere manieren geweest om dit te bekomen.

"Het water staat heel wat autoverkopers nu al aan de lippen"

Maar de grootste prijs die we betalen voor de nieuwe regeling is de negatieve impact op de inkomsten voor de schatkist op lange termijn. Minder grote en dure modellen betekent minder btw-ontvangsten en minder belastbare marge bij de autoverkopers. Het water staat heel wat concessiehouders en andere autoverkopers nu al aan de lippen. Dat het daarbij ook nog eens vaak gaat om zelfstandigen en KMO’s smaakt des te wranger in het licht van de verklaring van de regering dat men het zelfstandig ondernemerschap wil bevorderen.

De Fransman Jean-Baptiste Colbert, die onder meer minister van Financiën was onder Louis XIV, zei het ooit treffend: “De kunst van belastingheffing bestaat erin het maximaal aan veren van de gans te plukken met minimaal gekrijs.” Met de nieuwe regeling inzake het voordeel van alle aard voor het gebruik van een firmawagen en vooral de manier waarop die werd ingevoerd, hebben velen vooral de indruk dat ze het pluimvee van de welvaartsstaat zijn…