De overheid in België: te veel vet en te weinig spieren

Een gezond lichaam steunt op een goede verhouding tussen vet en spieren. Wie flink gespierd is, kan wat meer vet aan, zonder dat het problematisch wordt. Wie veel te veel vet heeft en te weinig spieren, zet zijn gezondheid wel op het spel.

Zonder te overdrijven, kunnen we stellen dat het met de gezondheid van onze overheid niet al te best gesteld is. Er is te veel vet, ondanks een nog steeds behoorlijke hoeveelheid spieren. Maar jarenlange rust heeft gezorgd voor heel wat Vooral de manier waarop in de jaren ‘80 en ‘90 tot tweemaal toe een groot gat in de overheidsfinanciën is weggewerkt, laat een wrange nasmaak achter. Bij de sanering van de begroting in de jaren ‘80 werden zo goed als alle investeringskredieten geschrapt.

De gevolgen  hiervan laten zich steeds meer voelen: verouderd materiaal bij de NMBS, de vaak slechte staat van ons wegennet, verouderde gevangenissen, enzovoort. In de jaren ‘90 werden dan weer de grenzen afgetast van wat als een draaglijke fiscale en parafiscale druk op de loontrekkenden en de ondernemers kan worden beschouwd. En heeft men ook in sommige overheidsuitgaven voor kerntaken het mes gezet. En ook hier zijn de gevolgen nefast. Denken we maar aan de problemen bij Justitie, de lage vervangingsinkomens in België in verhouding tot de andere Europese landen, enzovoort.

Tegenover dit alles staat anno 2012 een overheidsbeslag dat flirt met de 55% en een record aan mensen dat direct of indirect voor de overheid werkt. En toch wordt er vaak (en vaak terecht) geklaagd over de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid.

Zo is het voor zelfstandige ondernemers echt onbegrijpelijk dat winkeldieven in het ene gerechtelijk arrondissement wel en in het andere niet systematisch vervolgd en in geval van een veroordeling ook opgesloten worden.

Als we de solidaire samenleving die ons zo dierbaar is, willen behouden moeten er dan ook zeer snel zeer ingrijpende keuzes gemaakt worden in de manier waarop de overheid haar inkomsten verwerft en waar ze haar geld aan uitgeeft. De overheid moet weer een middel worden en geen doel op zich. Ze moet de economie ondersteunen in plaats van versmachten. Nu al is er krapte op de private arbeidsmarkt omdat de overheid te veel interessante profielen aantrekt. En niet altijd om ze in te zetten op projecten of diensten die een echte toegevoegde waarde leveren.

Net zoals een goede huisvader in tijden van crisis een lijstje maakt van de need to haves en de nice to haves en zijn budget hierop afstemt; moet ook de overheid dit doen. Zo zal een goede huisvader nooit schulden aangaan om te consumeren, hoogstens om te investeren.

We hebben, gezien de hoge belastingdruk en de soms povere adelbrieven die onze overheid kan voorleggen, het recht om ons de vraag te stellen: “Wat heeft de overheid moet ons geld gedaan?” En dat geldt dan zowel voor de lokale, provinciale, regionale als federale overheid.