Brussel is een moederdier dat haar eigen jongen opeet

U doet het toch ook?

Geef het toe, geef het gewoon toe: u doet het. Ik doe het trouwens ook. We doen het allemaal. Veelal ’s morgens. Vaak ook ’s avonds. Eventueel ’s middags als we er zin in hebben. We doen het op de trein, in de auto, sommigen zelfs op de bus. U hoeft niet te blozen hoor. Ik heb het niet over seks. Maar voel u vrij uiteraard. Nee, ik had het over pendelen.

Gelukkig gaat het over pendelen en niet over seks, want pendelen is bij mij zowat de antipode van wat seks is (of zou moeten zijn?): ik pendel niet vaak en het is altijd heel kort. Ik woon immers letterlijk op een boogscheut van kantoor. Een bewuste keuze. Lang pendelen knaagt aan de “quality time” en ook wel aan de gezondheid. Je kan mij niet uit het hoofd praten dat jarenlang een gat in de nacht uit bed klauteren om weer eens de stroom te gaan vervoegen, geen sporen nalaat. En het milieu vaart er ook wel bij.

Brussel gooit meer en meer obstakels op

Maar zoals men in het Engels zo mooi zegt: “No good deed goes unpunished”. De motivatie om mens en milieu te redden loopt sinds een tijdje meer en meer averij op. En dat zit zo. Het wordt steeds moeilijker om een parkeerplaatsje te vinden dicht bij huis. Met de jaren neemt de zogenaamde parkeerdruk meer en meer toe. De tijd dat mijn straat altijd wel een allerlaatste beschikbare plekje bood, is al lang voorbij. Hoe later op de avond, hoe meer kans dat ik minstens 1, vaak 2 straten verder (@Copyright Vlaamse Media Maatschappij) moet parkeren.

Nu zal u mij misschien een luie krent vinden omdat ik jammer over ocharme 1 of 2 straatjes. U hebt waarschijnlijk een punt. Maar het is vooral de oorzaak van de hoge parkeerdruk die me stoort, meer dan de hoge parkeerdruk zelf. In mijn straat en de omliggende straten geldt namelijk een parkeerreglement dat parkeren met de blauwe schijf verplicht maakt. Behalve voor mensen met een bewonerskaart. Ik heb zo’n kaart. Maar de toegevoegde waarde ervan is natuurlijk beperkt als de stad geen controles uitvoert. Het gevolg is dan immers dat iedereen gewoon parkeert waar hij wil en zo lang hij wil. En de bewoners met bewonerskaart verdrongen worden voor onder meer “white van men” die steeds meer parkeermeters innemen. Maar helaas niet die parkeermeters, weet u wel.

Gelieve niet te smeren aub

Mijn zelfbeheersing werd helemaal op de proef gesteld toen ik tot twee maal toe een GAS-boete kreeg aangesmeerd omdat ik mijn auto, moe getergd en vooral moe gezocht, had geparkeerd waar dat blijkbaar niet mocht. Dat er nog hopen andere auto’s op die plaats geparkeerd stonden, was blijkbaar geen verzachtende omstandigheid. Het was niet toevallig telkens op een avond dat ik laat het nest weer opzocht na een avond professionele verplichtingen.

Een beetje speurwerk leerde me dat in het politiereglement ook iets stond over het parkeren op niet toegelaten plaatsen. in dat reglement staat overigens ook dat het verboden is om voertuigen te smeren of te herstellen op de openbare weg. Blijkbaar is mijn buurman, die zowat twee maanden aan zijn autootje heeft gesleuteld en zich een tendinitis in de schouder heeft gewerkt met het uitdeuken van zijn bumper, daarvan niet op de hoogte…

Ik smeer m

Ik heb het gehad. Brussel is als een moederdier dat haar eigen jongen opeet. De GAS-boetes heb ik betaald. Omdat verhaal halen schriftelijk moest gebeuren (je hebt pas het recht om de GAS-ambtenaar te spreken als de GAS-boete minstens 70 euro bedraagt) en ik hier gewoon geen zin in had. Ik heb ook twee maal een mailtje gestuurd naar de bevoegde schepen om de willekeur op het vlak van controle aan te kaarten. Nooit een antwoord ontvangen.

Ik overweeg om het comfort van een bed-dicht-bij-kantoor op te geven en naar de groene rand te verhuizen. Anders riskeer ik nog te veel rood aan te lopen van de willekeur in het (vervolgings)beleid of weer eens een blauwtje te lopen bij het stadsbestuur (pun intended)…

__________